Reacties uit websites Om Sions Wil
|
|
||
quote: Oorspronkelijk
gepost door Orckie
|
Refojongere
|
|
||||
quote: Bovendien wordt nu reeds gezegd dat de mens in die bekering een onmisbare rol speelt en dat het werk van God en dat van de mens in een spanningsvolle eenheid naast elkaar staan. Zijn we, als we zo spreken, op gereformeerd grondgebied? Op de Dordtse Synode van 1618 hebben deze vragen ingrijpend, indringend en uitput-tend gespeeld. Ons is als kerk van Nederland een antwoord nagelaten in de Dordt-se Leerregels. Zouden zij ook zo gesproken hebben? Zou Van der Zwaag dat in het boek kunnen aantonen? Hebben onze reformatoren en Nadere Reformatoren ook in die zin gesproken: God wat en de mens ook wat? We laten de vragen nog even staan.
quote: Er komt dan echter een plotselinge wending. De schrijver merkt op: 'Al deze zaken zijn van belang omdat we, zoals we later zullen zien, ook het geloof moeten beschouwen als een daad van de wil, zij het van de door de Geest levendgemaakte wil. Zoals een mens geen stok en een blok is in het zondigen (Dordtse Leerregels 111/1V, 16), zo is hij het ook niet in het geloven. Wanneer we beide zaken niet leren, maken we in de eerste plaats God tot een oorzaak van onze schuld, in de tweede plaats zien we ook niet dat het geloof (mede) een daad van de mens zelf is.' Beseft Van der Zwaag dat dit alléén waar is voor de levendgemaakte wil? Dat er dan wat gebeurd is in een men-senleven? Laat hij hier het gewicht van Zondag 3 wegen: ganselijk onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad, tenzij een mens door de Geest Gods wederom geboren worde? Uit het citaat van B. Wentsel, dat hierop volgt, is te vrezen dat Van der Zwaag voor de onbekeerde mens laat gelden, wat in de Schrift en de Leerregels van Gods levendgemaakte kinderen gezegd wordt. We laten het citaat, dat met instemming wordt aangehaald, volgen: 'Gods liefde voor de mens, ook voor de zondige mens, is weliswaar zeer groot, maar de mens heeft een eigen verantwoor-delijkheid in het al of niet aanvaarden van de liefde Gods. God neemt de mens deze beslissing niet uit handen'. Voor alle duidelijkheid: Wentsel plaatst dit citaat in het licht van de alverzoening. Het gaat te ver om Wentsel hier recht te doen in het licht van zijn hoofdstuk daarover. Hier gaat het om de wijze waarop Van der Zwaag dit citaat gebruikt. De mens heeft een vrije wil. Dat heeft hij willen benadrukken. En die wil geldt ook het geloven. De mens moet blijkbaar ook wat doen, namelijk Gods liefde aanvaarden.
quote: Met instemming volgt Van der Zwaag ds. A. Simons in zijn verzet tegen de ontdekkende werking van de Wet als een (toeleidende) weg tot Christus. Wij moeten leren niets te doen en de toevlucht nemen tot Christus. De Wet kan ons niet zalig maken en daarom moeten we naar het Evangelie. Het is of in Christus zijn of onder de Wet verkeren. En nu is geloven ophouden met werken en Christus ontvangen en omhelzen.(...)Met uitdrukkingen die bekend klinken, wordt toch de ontdekkende functie van de Wet uitgeschakeld. Het door de Wet aan de Wet sterven functioneert niet meer. Dat God Zijn eer zoekt in de onderhouding van Zijn Wet komt niet naar voren. Dat de Heere Zijn kinderen leert Zijn eer te zoeken, is buiten het beeld.
quote: Ik sluit dit eerste artikel af. In het Doopformulier lezen we het woord toe-eigenen. We zullen de zinsnede letterlijk laten volgen: ' ... zo verzekert ons de Heilige Geest door dit Heilig Sacrament dat Hij in ons wonen, en ons tot lid-maten van Christus heiligen wil, ons toeeigenende hetgeen wij in Christus hebben...'. Onze vaderen hebben het woordje toe-eigenen geheel laten slaan op het werk Gods door Zijn Geest. Daar komt nu werkelijk niets van de mens bij. Het is de Heere, Die Zijn kinderen de weldaden in Christus toerekent! Eenzijdig en soeverein.
"Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is. Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twistvragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen (...) wijk af van dezulken." (1 Timotheus 6:3-5) |
|
|
||
quote: Oorspronkelijk
gepost door Orckie
|
Zeeuw
|
|
||
De kritiek op de artikelen in de Saambinder geloof ik wel. Waar het mij om gaat: Wat is nu eigelijk de kritiek van het boek? Veel mensen verdedigen het boek van vd Zwaag, wat levert vd Zwaag voor kritiek op de GG, waar jullie het allemaal zo mee eens zijn?
|