Beste lezers van onze rondzendbrieven,
Waarom ik deze extra rondzendbrief naar u stuur, zult u vanzelf wel merken, als u onderstaande brief leest. Maar eerst wil ik met nadruk erop wijzen dat deze actie volledig en uitsluitend een initiatief van mij is. Met opzet heb ik de betrokkene, dr. Klaas van der Zwaag, hier buiten gelaten. Hij weet niet eens dat ik deze brief verzend.
Deze keer vermeld ik aan het slot ook mijn postadres. Dat doe ik omdat ik deze extra rondzendbrief ook verzend naar de particuliere synode oost van de Gereformeerde Gemeenten, èn naar de volgende bladen: Reformatorisch Dagblad, Nederlands Dagblad, Trouw en Visie.
Naar aanleiding van mijn zeer lovende recensie (in een bijlage van Rzb 40) van het boek Verbond, prediking en geestelijk leven, dat in opdracht van de synode van de Gereformeerde Gemeente is verschenen, schreef iemand mij:
“Alle mooie aspecten van het betreffende boek dat u besprak ten spijt, is er dit keiharde en diep droevige feit: broeder Klaas van der Zwaag staat nu al twee jaar onder censuur. De kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente van Barneveld heeft hem verboden om aan het Heilig Avondmaal deel te nemen want hij zou dat dan ontheiligen. Wat denkt u daarvan?”
U, lezers, zult u ongetwijfeld afvragen: wat voor misdaad zou Klaas dan wel bedreven hebben? Heeft hij iemand in elkaar geslagen, zozeer dat het slachtoffer verder als een verminkte door het leven moet gaan? Of erger: heeft hij misschien iemand vermoord? Leeft hij openlijk in echtbreuk?
Niets van dat alles is waar! Nee, de vreselijke misdaad die hem wordt aangewreven, is vele malen erger. Weet u waaraan deze snoodaard zich heeft schuldig gemaakt? Hij heeft het aangedurfd om een wetenschappelijk boek te publiceren van maar liefst 1098 bladzijden. Hij heeft het de schunnige titel meegegeven Afwachten of verwachten?
Wat is dan wel de inhoud van dit boek? zo zult u vragen. De uitgever zegt op de achterflap: “Dit boek plaatst het vraagstuk van de toe-eigening van het heil in historisch en theologisch perspectief. Uitgangspunt is de brede gereformeerde traditie: van Augustinus en de leer van de Reformatie tot het puritanisme. Het boek besluit met een analyse van de licht- en schaduwzijden van de bevindelijk-gereformeerde traditie.”
Maar nu alle gekken op een intreurig stokje. Ik kom er rond voor uit dat ik daar erg door geschokt ben. Reden:
Ik (H.J. Hegger) ben uitgetreden uit de R.-k. Kerk die destijds boeken die verdacht werden van ketterij (suspectus de haeresi) op de Index plaatste; dat is de lijst van de verboden boeken. Die kerk liet vroeger, via de Inquisitie, eerst de in hun ogen ketterse boeken verbranden en daarna de ‘ketters’ zelf, waaronder ook de martelaren van de Reformatie.
De R.-k. Kerk heeft die Index echter al lang afgeschaft. En nu moet ik het meemaken dat in het protestantisme waar ik mij in 1948 bij heb aangesloten, een kerk met een Index is begonnen en de middeleeuwse roomse Inquisitie is gaan invoeren. De martelaars van vroeger zijn de beulen geworden van nu.
Dr. Klaas van der Zwaag die volledig en van harte de belijdenissen van zijn kerk onderschrijft (de zogenaamde Drie Formulieren van Enigheid), moet nu zuchten in de geestelijke kerker van de Barneveldse inquisiteurs, de kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente. Waarom? Omdat hij het gewaagd heeft om, ook al deed hij dat slechts indirect en heel voorzichtig, de theologische opvattingen van de meerderheid van de kerkelijke heersers van de Gereformeerde Gemeenten in twijfel te trekken.
Is dat inderdaad een schurkenstreek? Mag de kerkenraad van Barneveld hem daarom terecht de toegang tot de tafel van het genadeverbond in Christus weigeren?
Toen ik dit te horen kreeg, deed mij dat denken aan de encycliek waarin Pius XII in 1950 het dogma van de lichamelijke ten-hemel-opneming van Maria afkondigde. Hij besloot zijn oekaze met deze bedreiging: “Indien iemand het waagt om – wat God verhoede (hoe vroom! HJH) – wat Wij als dogma hebben geproclameerd ofwel te ontkennen ofwel te betwijfelen, hij wete dat hij van het goddelijk en katholiek geloof totaal is afgevallen (prorsus deficisse).” De kerkenraad van Barneveld heeft in feite eenzelfde soort bevelschrift ex cathedra uitgevaardigd dat ik hier met mijn eigen woorden weergeef: “Indien iemand het waagt om Onze theologische mening – wat God verhoede! – in twijfel te trekken, hij wete dat hij zich daarmee tegen Ons die Christus op aarde vertegenwoordigen, verzet, en dat hij daarom zich een oordeel eet en drinkt, wanneer hij zou deelnemen aan het Heilig Avondmaal!” O zo!
Ik moet er echter meteen dit aan toevoegen. Het is niet juist om met de beschuldigende vinger enkel te wijzen naar de kerkenraad van Barneveld. Zij handelen in overeenstemming met de overheersende mening van de meeste kerkvorsten en prominenten van de Gereformeerde Gemeenten. Ook de classis Barneveld heeft uitgesproken dat de kerkenraad juist heeft gehandeld.
Maar ook de leden van de Gereformeerde Gemeente van Barneveld gaan niet vrijuit. Zij hebbend stilzwijgend ingestemd met dit onrecht wat hun kerkenraad een medebroeder aandoet. Ze hadden zich al lang daartegen moeten verzetten. Ze hadden dat moeten doen krachtens ‘het ambt van alle gelovigen’.
We belijden toch immers met de Bijbel en met zondag 12 van de Heidelbergse Catechismus dat alle waarachtige gelovigen deel hebben aan de zalving van Christus en door de Heilige Geest gewijd zijn tot priester, profeet en koning?
Maar hoe kunnen we onszelf nog in alle eerlijkheid een profeet en koning noemen, wanneer wij slaafs en bevend ons onderwerpen aan wat kerkleiders ons voorschrijven en opleggen? Gaat er een koninklijke en hemelse uitstraling uit van louter jaknikkers? Christus wil in elk geval niet met ons spelen als met dode knikkers; Hij heeft ons gemaakt tot levende ledematen van Zijn levende Lichaam.
Hoe kunnen we ons mondige Christenen (zie Ef. 4:14) noemen, wanneer wij meteen zwijgen, als van boven af het barse bevel klinkt: ‘Jullie moeten je mond houden!’? Zijn we vergeten dat de Nederlandse Geloofsbelijdenis ons waarschuwt voor een kerk, “die zich en haar ordinantiën meer macht en autoriteit toeschrijft dan het Woord Gods” (artikel 29)?
Toen ik het verhaal over de uitsluiting van broeder Klaas las, kwam vanzelf de volgende gedachte in mij op: stel je voor dat de Here Jezus in de kerk van de Gereformeerde Gemeente van Barneveld zou komen, terwijl de tafel gedekt staat voor de viering van het Avondmaal dat Hij heeft ingesteld. Wat zou Hij dan doen? Ik meen iets in deze trant:
Zoals Hij vroeger de wisselaars uit de tempel dreef, zou Hij nu de collectezakken uit de handen van de collectanten vandaan rukken en Hij zou die op de Avondmaalstafel smijten, zodat de rode wijn het smetteloos witte laken zou besmeuren. Hij zou vervolgens voor de kerkenraadsleden gaan staan en hen indringend en vol verontwaardiging aankijken met Zijn vlammende ogen. En Hij zou hen in het gezicht slingeren: “Wee u, gij huichelaars!” (Mat. 23). “Gij hebt Mijn huis tot een rovershol gemaakt!” (Markus 11:18).
Hij zou hen aanklagen: ‘Jullie hebben de goede naam van een kind van mij, Klaas van der Zwaag, geroofd. En zeg Mij: wie is de Gastheer van het Avondmaal: ben Ik dat of matigen jullie je dat aan? Als Ik dat ben, waar halen jullie dan het recht vandaan om iemand die Ik gekocht heb met de prijs van Mijn bloed, te verbieden om uit de beker met wijn die daarvan het vertroostende teken is, te drinken? Ik, niet jullie, heb Mijn bloed vergoten tot vergeving van de zonden van hen die in Mij geloven! Ik, niet jullie, heb het Avondmaal ingesteld om dat in ootmoedige dankbaarheid te gedenken.’
Zoals Hij toen “een zweep van touw maakte en hen allen uit de tempel dreef” (Joh. 2:15), zo zou Hij nu het met de rode wijn doordrenkte Avondmaalsbrood nemen en hen met profetische gloed dreigend aanzeggen: ‘Wèg jullie huichelaars, wèg uit dit bedehuis! Wèg, anders gooi ik jullie dit door jullie ontwijde brood in het gezicht! En wees hiervan verzekerd: als jullie je niet bekeert van deze goddeloze weg, zal Ik jullie bij Mijn eindoordeel aan Mijn linkerhand plaatsen en tot jullie zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur! want jullie hebt een kind van Mij in jullie vunzige en enge kerkelijke kerker achter slot en grendel gezet.’
Ik zou ook aan de kerkleden van Barneveld deze vraag willen stellen: ‘Hoe kunnen jullie nog deelnemen aan dit, door jullie kerkenraad ontheiligde, Avondmaal? Zijn jullie dan niet bang dat je daardoor je een oordeel eet en drinkt? Bezondigen jullie je dan niet aan het lichaam en bloed des Heren? Lees nog eens 1 Kor. 11:21-31. Daarin zegt Paulus: “Als gij samenkomt om te eten, wacht op elkander.” Waarom wachten jullie dan niet met de viering van het Avondmaal totdat broeder Klaas ook wordt toegelaten? Deze broeder belijdt dat hij als een zondaar alle heil van Christus alleen verwacht. Gaat het theologisch meninkje van jullie kerkenraad dan boven deze grondbelijdenis van de Bijbel? Gaat het geloof in een kerkenraad dan boven het geloof in Christus? Jullie staan voor een keuze: Christus of de kerkenraad. Wie kiezen jullie?’
Bij nadere informatie is mij gebleken dat op donderdag a.s. 17 november de particuliere synode oost van de Gereformeerde Gemeenten een definitief oordeel zal moeten geven of de kerkenraad van Barneveld broeder Klaas van der Zwaag terecht of ten onrechte nog steeds van het Avondmaal verbant. Zij moet als meerdere vergadering een oordeel geven over het besluit van de classis Barneveld die stelde dat de kerkenraad terecht dat tuchtbesluit nam. Omdat broeder Van der Zwaag in appèl ging tegen de classis, speelt de zaak nu voor de particuliere synode.
Omdat de kerkenraad en de classis van Barneveld wil dat de kerkelijke gevangenisstraf die ze broeder Klaas hebben opgelegd, gehandhaafd blijft, richt ik mij nu tot alle abonnees van deze extrarondzendbrief.
Eerst wil ik u met klem vragen om deze synodevergadering van donderdag intens in uw gebeden te gedenken opdat de Heilige Geest hen wijsheid en kracht moge schenken om in het licht van Gods Woord de juiste beslissingen te nemen.
Maar gebed is niet voldoende. Bij het laatste oordeel vraagt de Zoon des mensen niet: ‘Hebt u veel gebeden voor de minsten der Mijnen?’, maar: ‘Wat hebt u voor hen gedaan?’ Daarom leg ik u het volgende ter overweging voor.
Bij het eindoordeel zal Jezus tot hen die aan Zijn rechterhand staan, zeggen: ”Komt, gij gezegenden Mijn Vaders, beërft het Koninkrijk dat u bereid is van de grondlegging der wereld af. Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen.” En tot hen die aan Zijn linkerhand staan zal Hij zeggen: “Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, want in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan” (Mat. 25:3-46).
Ik wil dit nu heel concreet voor u maken. Broeder Klaas zit gevangen in de kerker van de Inquisitie van Barneveld. Hij hongert daar naar het gezegende brood van het Avondmaal en dorst er naar de wijn waarin hij de gemeenschap met het reddende bloed van Christus kan smaken. U kunt mee helpen hem uit die gevangenis te bevrijden. Hoe? Doordat u, de ruim 800 abonnees van onze Rondzendbrieven, een brief stuurt naar een van de primi van die particuliere synode oost van de Gereformeerde Gemeenten (postadres: ds. C.J Meeuse, Anna Paulownalaan 3, 7316 CS Apeldoorn; e-mailadres: cjmeeuse@kliksafe.nl),
waarin u met uw eigen, niet krenkende maar wel krachtige woorden, deze vroede synodevaders oproept om broeder Klaas te bevrijden uit zijn kerkelijke gevangenis.
Zoudt u dat er niet voor over willen hebben? Tijdens de laatste wereldoorlog hebben onze verzetshelden hun leven gewaagd om gevangenen uit de kerkers van de SS te bevrijden. Zoudt u er dan geen 39 eurocent voor over hebben om broeder Klaas te bevrijden? En een e-mailtje kost u zo goed als niets. Probeer ook anderen ertoe te bewegen zo’n petitie, misschien zelfs een lijst met veel handtekeningen, te versturen.
Natuurlijk is het altijd beter om een eigen tekst op te stellen, maar ik kan mij voorstellen dat u daar enige moeite mee hebt. Daarom laat ik hieronder een suggestie voor een tekst volgen:
Geachte leden van de particuliere synodeoost van de Gereformeerde Gemeenten, p.a. ds. C.J Meeuse, Anna Paulownalaan 3, 7316 CS Apeldoorn
Hiermede moge ik u verzoeken om de kerkenraad en de classis van de Gereformeerde Gemeentevan Barneveld ervan te overtuigen dat het niet in vereenstemming is met de wil van Christus, de Gastheer van het Heilig Avondmaal, dat aan broeder Klaas van der Zwaag, op grond van de door hen aangevoerde reden, verboden wordt om zich geestelijk te laten voeden met de tekenen en zegelen van Gods barmhartige liefde in Christus, het brood en de wijn als teken van het lichaam en bloed van Christus.
U de wijsheid en de liefde toebiddend van de Heilige Geest, Die is uitgestort in de harten van hen die in Christus geloven (Rom. 5:5), met vriendelijke groeten:
Tenslotte:
1. In het kerkelijke jaarboekje staat geen adres van de particuliere synode. De reden is dat de synode geen brieven accepteert dan alleen van synodeleden. Daarom ben ik zo vrijmoedig (stoutmoedig?) geweest om de eerste die als primusafgevaardigde naar de synode vermeld staat, nl. ds. Meeuse, als ad-hoc-adres eruit te pikken.
2. Er is alle kans dat voorstanders van de kerkelijke gevangenisstraf van broeder Klaas proberen mij voor te stellen als iemand die negatief zou staan tegenover de Gereformeerde Gemeente. Dat is ook gebeurd na de publicatie van mijn boek Vader, ik klaag u aan.
Dat zou echter zeer ten onrechte zijn. Het tegendeel is waar. Toen ik de Gereformeerde Kerk (Synodaal) verliet, omdat de vrijzinnigheid daarin officieel werd toegelaten, stond ik voor de vraag: Waar nu dan heen?
Mijn hart ging toen uit naar de Gereformeerde Gemeente, om verschillende redenen zoals: omdat ik hen altijd bewonderd had vanwege hun rechtlijnig en bevindelijk belijden van de gereformeerde leer en omdat ik onder hen veel lieve, oprecht vrome broeders en zusters had ontmoet.
U weet dat ik in veel van mijn rondzendbrieven citeer uit de vier delen van de boeken van ds. L. Huisman: Geen ander Evangelie. Ik heb hem toen hij nog leefde, vaak ontmoet. Ik heb in een van mijn boeken beschreven hoe een bepaald gesprek met hem een belangrijke wending in mijn leven teweeg heeft gebracht, waarvoor ik hem nog altijd dankbaar ben.
De laatste tijd bezoek ik voor zover dat mij mogelijk is, de kerkdiensten van de Gereformeerde Gemeente van Arnhem. U zult dat ongetwijfeld gemerkt hebben, omdat ik al twee keer met instemming iets uit de preken van ds. Kattenberg, de plaatselijke predikant, heb overgenomen.
Waarom ben ik dan toch geen lid geworden van de Gereformeerde Gemeenten? Omdat het mij bij nader onderzoek bleek dat ook daar de “heerlijke vrijheid der kinderen Gods” aan vele hiërarchische banden wordt gelegd. En ik had geen zin om opnieuw te gaan zuchten onder een knellend juk en een pijnlijke gewetensdwang waaronder ik in de vroegere R.-k. Kerk zo veel geleden had.
Ik publiceer deze extra rondzendbrief juist omdat ik de Gereformeerde Gemeenten liefheb. Omdat dr. K. vd. Zwaag behoort tot de bekende Nederlanders, zal namelijk de uitspraak van de particuliere synode zeker in de publiciteit komen. Ik zou het verschrikkelijk vinden als zou blijken dat broeder Klaas ook in hoger beroep ‘levenslang’ heeft gekregen, als hij dus tot aan zijn laatste snik zou moeten wegkwijnen in de kerkelijk bajes (ik gebruik met opzet dit enigszins denigrerende woord – dat overigens stamt uit het heilige Hebreeuws – om het weerzinwekkende van deze schijnvrome vertoning aan de kaak te stellen ).
Ik hoop dat de Gereformeerde Gemeenten deze schande bespaard blijft, maar vooral ook dat deze oneer niet aan de Naam van onze geliefde Heiland wordt toegebracht. Nu in onze tijd steeds weer het recht van vrije meningsuiting wordt bepleit, zou ik het heel erg vinden als zou blijken dat in hun kerk dat recht volkomen beknot wordt; en dàt, terwijl de synodeleden weten dat vanaf de Pinksterdag ook jongens en meisjes zullen profeteren doordat ze vervuld zijn van de Heilige Geest. Maar hoe kan dat, als het eenvoudige kerklid altijd zijn mond moet houden?
En wat zou het fijn zijn als het kerkelijke voorarrest van nu al twee jaar voor Klaas eindelijk zou worden opgeheven. Want ik ben ook bang dat de Here Zijn zegen van de Gereformeerde Gemeenten zal terugtrekken wanneer opnieuw de kerkelijke celstraf van de aangeklaagde verlengd wordt. Ik ben overtuigd dat Christus niet vereenzelvigd wil worden met een kerkverband dat zozeer de grondrechten van Gods kinderen met voeten treedt.
Ik hoop ook dat broeder Klaas niet zal wijken voor de druk die de dictatoriale kerkelijke Hoogmogendheden op hem uitoefenen en niet zal toegeven aan hun eis dat hij zijn wetenschappelijke boek zal herroepen en nederig om vergeving zal vragen omdat hij het gewaagd heeft om het theologisch meninkje van de kerkvorsten van de Gereformeerde Gemeenten in twijfel te trekken.
3. In onze volgende Rondzendbrief (nr. 41) hopen we aandacht te besteden aan het nieuwe boek van dr. C.A. van der Sluijs Prediking in de crisis. Over de scheiding der geesten. Hij slaat de spijker op zijn kop, vooral als hij zegt: “De leer en de prediking van de rechtvaardiging van de vrome verslaan hun duidenden.” (De bijbelse leer is juist dat God niet de vrome en brave rechtvaardigt, maar de goddeloze: zie Rom. 4:5). “Wat zijn onze preken dikwijls voorspelbaar! Altijd maar weer dezelfde woorden en gedachtepatronen. De gemeente hoort tien woorden en de rest kan ze wel afmaken. Dodelijk, gewoonweg.”
Ds. Van der Sluijs zegt dat hij zijn boek heeft geschreven vanuit een “Hier sta ik; ik kàn niet anders”. Ik voorspel hem daarom (veel) lijden. Hij zal weggehoond worden door de prominenten in de kerk, die zich door zijn boek bedreigd voelen in hun machtspositie.
4. Wilt u iemand aanraden om ook onze Rondzendbrieven, vanzelfsprekend gratis, te ontvangen? Graag, dan moet u hem opgeven bij info@eenheid.org.
Verbonden in de levende Christus die ons leven, ons licht en onze liefde is en verbonden in de gemeenschap der gebeden,
met hartelijke broedergroeten:
Herman J. Hegger,
Dillenburglaan 8
6881 NV Velp
Het leek mij goed om hieronder de reacties te vermelden die ik kreeg op de extra rondzendbrief, die ik gisteren verstuurde. Dat kan een rustige bezinning vanuit Gods Woord bevorderen.
Omdat er geen tijd meer is om aan de briefschrijvers te vragen of ik hun naam wel of niet mag vermelden, plaats ik hun brieven anoniem.
Ik begin met een zeer waardevolle brief van een predikant van de Gereformeerde Gemeente. Ik plaats eerst mijn algemene reactie en daarna zijn brief met mijn antwoorden.
1.
Beste Collega en geliefde broeder in Christus,
Hartelijk dan voor uw brief die ik zeer waardeer, vooral ook vanwege de milde woorden waarmee u uw broederlijke vermaning aan mijn adres inkleedt. Het geeft mij de gelegenheid om mijn bedoeling wat meer te verduidelijken.
Ik noem u ‘geliefde broeder in Christus’, omdat ik in uw brief eenzelfde droevige bezorgdheid beluister over de schade die vanwege deze affaire aan de Naam van Christus kan worden toegebracht. Daarom ben ik ervan overtuigd dat u ook naar mij wilt luisteren.
Laat ik eerst zeggen dat deze zaak mij zwaar op het hart heeft gelegen. Ik heb er dan ook intens mee geworsteld voor het aanschijn van de Heere. Toch was ik overtuigd dat ik deze actie moest starten. Dat kwam o. a. doordat ik zaterdag, 12 november, bij ‘toeval’ – maar ook volgens u bestaat er geen toeval – een niet bedoelde tik op mijn computer deed. Toen kwam een brief op mijn scherm, die over deze zaak handelde en die ik in april van dit jaar had gekregen.
Dat ik juist die brief per ongeluk en onbedoeld aantikte, was toch op z’n minst zeer merkwaardig. Ik had namelijk 744 binnengekomen brieven op mijn ‘postvak in’ staan. (Ik had die al lang moeten schonen, maar ik had er nog steeds geen tijd voor).
Ik ben toen op onderzoek uitgegaan over de stand van deze zaak nu, en kwam toen aan de weet dat donderdag 17 november daarover gehandeld zou worden op de particuliere synode oost.
Voortdurend dreunde sindsdien in mijn hoofd: “Wat gij aan de minste der Mijnen (niet) hebt gedaan, dat hebt gij ook Mij (niet) gedaan.” Ik kon er tenslotte niet meer langs. Ik werd steeds meer ervan overtuigd dat de Heere wilde dat ik aan dat woord een concrete gestalte moest geven en dat ik ongehoorzaam aan Hem zou zijn, als ik dat zou weigeren.
Het was kort dag, ik kon dus niemand uitvoerig raadplegen hoe ik dat in het vat zou moeten gieten. Wel was ik voortdurend in innige gemeenschap met mijn Heere. Desondanks bleef ik terdege de zware verantwoordelijkheid voelen die op mij drukte. Bijna bevend tikte ik tenslotte op de knop ‘verzenden’.
Wat de toon betreft, vanuit menselijk standpunt bezien had die misschien minder scherp moeten zijn. Maar ik heb enkel gekeken naar het voorbeeld van mijn Meester. Hij was buitengewoon scherp in Mat. 23 en in Joh. 8:44-46; Hij noemt Zijn tegenstanders zelfs ‘duivelskinderen’. Hij heeft toen niet gedacht: Ik moet wat milder zijn, want die harde taal werkt in Mijn nadeel. Inderdaad, dat is, naar de mens gesproken, het gevolg geweest, want waarschijnlijk hebben ze daardoor Hem zozeer achterna gezeten totdat Hij hing dood te bloeden aan het kruis.
Ik wist dus met zekerheid dat ik deze actie moest starten. Maar dat neemt niet weg dat ik er enorm tegen opzag. Ik vond het uitermate beroerd dat de Heere van mij vroeg om een “beroerder Israëls” te moeten zijn. Maar ik wist dat Hij mij licht en kracht zou geven wanneer ik de weg zou opgaan die Hij mij aanwees.
Iemand mailde mij: “Er is kans dat uw actie averechts werkt en dat de synodeleden juist daardoor de hakken in het zand gaan zetten.” Ik kan mij dat maar heel moeilijk voorstellen. De synodeleden zijn toch ook christenen? Ze kennen toch ook Gods woord dat de uitbarstingen van toorn verbiedt (Gal. 5:20)? En vooral: ze belijden met de Heidelbergse Catechismus dat wij van nature geneigd zijn tot alle kwaad? Het is juist dìt wat mij in de Gereformeerde Gemeente altijd geboeid heeft: deze ootmoedige erkenning dat wij ook na onze wedergeboorte arme sukkels en zondaars zijn gebleven, zodat er in ons slechts “een klein beginsel van gehoorzaamheid” aanwezig is.
Ik erken ronduit dat ik altijd weer de zondigheid zie liggen op de bodem van mijn ziel. Als ik daarin rondneus, zie ik er de ikzucht vrolijk rond huppelen, alsof er nooit een werking van de Heilige Geest in mij is geweest. Dan hoor ik daar in die diepte het uit alle hoeken van mijn ziel zuchten, soms smeken, vaker krijsen: “Ikk, ikke, ikke!!!” Dan kan ik mij alleen maar heel diep voor God verootmoedigen, èn Hem tegelijk intens danken dat Hij mij altijd weer mijn zonde en mijn zondigheid vergeeft en mij de gerechtigheid van Christus toerekent. Dan kan ik er mij heel erg over verheugen dat Hij door Zijn Heilige Geest iets nieuws in mij heeft geschapen, dat ik Zijn kind mag zijn en Hem mag aanspreken met de lieve naam: Abba! Vader!
Ik ben ervan overtuigd dat ik deze actie op touw moest zetten, maar tevens dat ik nooit, ook nu niet, in staat ben om Zijn bedoeling zuiver weer te geven. Ook aan mijn extrarondzendbrief kleefden fouten. Dat weet ik, gewoon omdat ik een zondaar ben en blijf (die desondanks altijd weer mag leven uit de genade). Vanwege mijn zondigheid weet ik van tevoren dat ik altijd wel iets verpruts aan de opdrachten die de Heere mij geeft. Maar ik weet ook dat Hij met dergelijke klunzen werken wil. Bovendien, als Hij zou moeten wachten tot iemand van ons volmaakt zou zijn, zou Hij nooit met iemand van ons iets kunnen beginnen, want volmaakte mensen zullen er hier op aarde nooit bestaan.
Wat zou ik de Heere danken uit de grond van mijn hart, als de synodeleden in plaats van de hakken in het zand te zetten, zich zouden verootmoedigen. Als zij zouden neerknielen en vanuit geloofszekerheid met de tollenaar zouden smeken: “O God, wees mij, zondaar, genadig!”, zou ik van harte naast hen neerknielen en met hen mijn hoofd buigen in verootmoediging.
Wat zou daar niet een zegen van uit gaan! Dat zou het begin kunnen zijn van een machtige opwekking die door de Heilige Geest verwekt zou kunnen worden onder de christenen van Nederland. Dan zou vanuit deze particuliere synode oost van de Gereformeerde Gemeenten, het inderdaad gaan “dagen in het oosten”. Dan zou in vervulling gaan wat ik al vaker heb geschreven, namelijk dat ik een opwekking voor Nederland, als het de Heere behaagt die te geven, verwacht vanuit de bevindelijke kringen, vooral vanuit de Gereformeerde Gemeenten.
Ik moet u eerlijk bekennen dat ik er soms van droom dat ons hele Nederlandse volk tot verootmoediging komt en dat ze hun goddeloosheid voor God belijden. Wat is ons volk niet afgezakt naar een zedeloos peil, ver beneden de waarden en normen van Gods Woord! Maar wij, christenen, staan mede schuldig aan dat afglijden. Want wij hebben niet door liefde en nederigheid de levende Christus naar buiten toe uitgestraald.
Daarom meen ik dat nu “het de tijd is dat het oordeel begint van het huis Gods” (1 Petr. 4:17). Wij, christenen, moeten eerst op de knieën. Wij moeten met Daniël belijden: “O Heere, bij ons is de beschaamdheid der aangezichten, bij onze koningen, bij onze vorsten en bij onze vaders, omdat wij tegen U gezondigd hebben.” Maar we mogen tegelijk ook deze blijde boodschap tot ons, en tot buitenstaanders, laten doordringen: “Bij U, Heere, onze God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben” (Daniël 9:8,9).
Vee l christenen van Nederland steunen op hun eigen gerechtigheid. Daarom kan de Heere hen niet de gerechtigheid van Christus toerekenen.
Wij zijn vaak zo zelfvoldaan. We hebben het zo goed met onszelf en met onze kerk getroffen. We pronken graag met onze rechtzinnigheid, onze bevindelijkheid, onze Geestesgaven, onze braafheid en vroomheid. Maar in Rom. 4:5 staat heel duidelijk dat God niet de godzalige, de vrome en brave, maar de goddeloze rechtvaardigt.
We moeten eerst ons totale geestelijke bankroet voor God belijden. We moeten erkennen dat wij in geestelijke zaken vaak handelen als een redeloos dier. “Toen mijn hart opgezwollen was, (...) was ik onvernuftig en wist niets; ik was een groot beest bij U” (Psalm 73:22). Pas dan geven we de brui aan al dat theologisch geredeneer en krijgen we er behoefte aan om ons vanuit het Woord van God te laten voorlichten en voeden door de Heilige Geest.
Pas als we ten einde raad zijn, gaan we het zoeken bij Hem, Wiens naam is “Wonderlijk, Raad” (Jes. 9:5). Pas als we nergens meer ook maar enig uitzicht hebben op redding bij en door onszelf, zien we uit naar de Redder van verloren zondaars. Pas als we ervan overtuigd zijn dat we uit onszelf alleen maar in het duister kunnen rondtasten, gaan we zoeken naar het Licht der wereld.
Ik ga deze brief van u en mijn antwoord daarop ook sturen naar de primi die afgevaardigd zijn naar de particuliere synode oost. Ik vermeld daarbij niet uw naam. Als u dat zelf wilt doen, kan ik dat alleen maar toejuichen.
Ik laat nu hieronder uw brief volgen, met mijn antwoorden cursief.
Ik ontving uw Rondzendbrief per epost en wil slechts vragend reageren op dit fenomeen,
en wel of uw actie naar de Schriften is. Kortheidshalve:
-Is het geen bemoeien met andermans doen? U staat toch buiten de GG!
HJH: Ik heb de GG lief, en ben in die zin geen buitenstaander. Bovendien is hier de Naam van de Heere mee gemoeid. Ook in die zin ben ik geen buitenstaander.
-Is het taalgebruik wel met zout besprengd? U beschrijft toch zeer tere zaken!
Als u mijn taalgebruik vergelijkt met die van de Heer Jezus o.a. in Mat 23, bijv. als Hij Zijn tegenstanders ‘witgepleisterde graven’ noemt, is mijn taalgebruik nog mild.
-Is het geen opzwepen tot kerkelijke muiterij? Er loopt een kerkordelijke zaak!
Zweepte Christus op tot muiterij, toen Hij van de leiders van Gods volk zei: “Doet niet naar hun werken want zij zeggen het, en doen het niet” (Mat. 23:3)?
-Is het verspreiden naar de media niet kwalijk? Zij fungeren als publieke rechters!
1. Deze zaak komt tòch in de publiciteit. 2. Wanneer iemand voor de wereldlijke rechter beschuldigd wordt, is zijn rechtsgeding open voor het publiek. Waarom moet het rechtsgeding dat handelt over iemand die aangeklaagd wordt in een kerkelijke rechtbank, achter gesloten deuren gehouden worden? 3. De rechtsprocedure die de Heere Jezus aanbeveelt, kunt u vinden in Mat. 18:15-17. Volgens Hem moet iemand die tegen een broeder gezondigd heeft, eerst onder vier ogen, daarna in het bijzijn van twee of drie getuigen vermaand worden. Vervolgens: “Indien hij hun geen gehoor geeft, zo zeg het de gemeente.” Het is volgens mij geen juist exegese, wanneer men daarvan maakt: “Zeg het enkel aan de kerkenraad, de classis of de synode en houd de gemeente er helemaal buiten.”
-Is het geen spanningen opdrijven? Bitterheid en vijandschap is toch uit de boze!
U bent zeker bijbelvast genoeg om bij deze vragen de nodige Schriftplaatsen in
herinnering te brengen. En zo wij - u en ik - óók in deze vragen niet spreken naar
dat Woord, het zal zijn dat wij geen dageraad zullen hebben.
Het bedroeft mij dat u met mijn kerkverband - dat ik hartelijk liefheb en dat u naar eigen
zeggen ook liefheeft - zo omgaat, als buitenstaander.
Kan en mag men christenen die geen lid zijn van uw kerkverband, zonder meer buitenstaanders noemen? Met deze zaak is toch immers de Naam van Christus die wij als christenen allemaal liefhebben, gemoeid en dan gaat het ook ons aan. Bovendien, mocht de particuliere synode uitspreken dat de censuur waarmee men broeder Van der Zwaag gestraft heeft, moet worden gehandhaafd, dan komt dat zeker in de publiciteit, want hij is een bekende Nederlander. Dan wordt daardoor de Naam van Christus openlijk en voor een breed publiek smaad aangedaan, en dat doet alle christenen pijn.
-Mede-broeder in de ambtelijke dienst, het zou u sieren en de kerk stichten, indien u
afstand zou nemen van toon en inhoud van uw onderhavige rondzendbrief.
Ik herhaal met Luther: “Hier sta ik; ik kàn niet anders”.
Ik groet u, Gode bevolen,
2.
Met stijgende verbazing je Rondzendbrief over vd Zwaag gelezen....Ik deel je verontwaardiging. In de inleiding las ik: "De kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente van Barneveld heeft hem verboden om aan het Heilig Avondmaal deel te nemen want hij zou dat dan ontheiligen." Ik weet niet of het een letterlijk citaat is van die briefschrijver; zo ja, dan komt het mij zeer vreemd voor: kunnen wij het H. Avondmaal ontheiligen? Is het niet zo dat het H. Avondmaal òns kan/wil heiligen? Of beter: Christus zèlf? In brood en wijn worden ons tekenen aangereikt die ons doen en laten richting geven, toch?
Verder alle sympathie voor je 'actie': dat je zo voor een broeder in de bres springt! Je weet waarover je het hebt, blijkt uit je brief.
HJH: Nee, dat is niet een letterlijk citaat, maar ik meen dat je alleen dan als kerkenraad iemand de toegang tot het Avondmaal mag onthouden, als je er zeker van bent dat hij door zijn deelname het Avondmaal ontheiligt.
3.
Lieve Broeder,
Van harte eens met het feit dat een protest op zijn plaats is, echter zend uw protest alstublieft niet in deze vorm naar de pers. Ik weet dat u uw naam er voor over hebt. Echter ik denk dat hier niet de goede toon getroffen is.
Paulus zegt: o gij uitzinnige Galaten wie heeft u betoverd om de waarheid ongehoorzaam te zijn? Dus heilige toorn is niet verkeerd. Maar hij schreef dit ook omdat hij ze zo liefhad.
HJH: Paulus ging nog verder. Hij zei: vervloekt is hij die een ander Evangelie verkondigt. Een Evangelie waarbij een kerkenraad verkondigt dat ze het recht heeft om iemand van het Avondmaal te weren, enkel omdat hij hun theologisch meninkje niet kan delen, verkondigt een ander evangelie. Ik meen dat het juist de liefde is die mij opdraagt om dit helder te zeggen.
4.
Geachte ds. Hegger,
Na ontvangst en zorgvuldige lezing van uw rondzendbrieven, heb ik de vrijheid genomen deze door te plaatsen op onze site www.inGodsveiligehanden.nl zodat zo'n 650 leden hier kennis van kunnen nemen. Met vriendelijke groet en Gods rijke zegen toegewenst ...
5.
Een rooms-katholiek mailde naar haar:
Jullie mogen dit bericht gewoon wegdoen als het je niet interesseert. Maar ik waag het erop toch even de aandacht te vragen, al was het alleen dat je bij het lezen - ondanks het tragische - toch ook lachen kunt vanwege de bloemrijke taal, waarvoor mijn complimenten.
In mijn mailbox vond ik een extra rondzendbrief van ds. Hegger die als een ridder (van 90 jaar!!!) opkomt tegen, in zijn ogen, een stuk onrecht. De zaak waar het om gaat, alsmede zijn beeldend taalgebruik, maken het de moeite waard om deze brief te lezen en er evt. iets mee te doen.
In deze situatie kan ons duidelijk worden hoe mensen en kerken soms op één vierkante millimeter hekken optrekken en daarbinnen elkaar gaan bevechten, terwijl de wereld in brand staat.
Voor degenen die onbekend zijn met ds. Hegger: hij is een ex-katholiek priester
die de katholieke kerk te vuur en te zwaard bevochten heeft, maar desondanks toch ook de oecumene van het hart zoekt. Dat heeft ertoe geleid dat hij een boek geschreven heeft met de titel: "Eén in de levende Christus", met daarin een voorwoord van kardinaal Simonis.
6.
Geachte dominee Hegger,
Ik betreur het dat u zo platvloers alles over één kam veegt. Een dienaar van Christus betaamt het om pastoraal om te gaan met elkaar. Op deze manier veegt u de vloer van v/d Zwaag schoon met de Gereformeerde Gemeente.
Als lid van de Gereformeerde Gemeente in Nederland (voor hen die dat misschien niet weten: de Gereformeerde Gemeenten met de toevoeging “in Nederland” is een kerkverband dat zich in 1953 van de Gereformeerde Gemeente, dus zonder toevoeging, heeft afgescheiden vanwege een subtiel theologisch verschil. HJH) vraag ik mij af waarom broeder v/d Zwaag niet kiest voor een ander kerkverband.
U kunt het beamen of niet. De Gereformeerde Gemeente, van 1907 tot nu, is al zeer verwaterd. V/d Zwaags visie is nooit een GerGemvisie geweest.
HJH: Mijn vragen: a. U roemt dus in uw eigen Gereformeerde Gemeente in Nederland, alsof die niet zou zijn verwaterd, en meent dat u daardoor kunt neerzien op de Gereformeerde Gemeenten? Is dat erg pastoraal? b. Dus broeder Van der Zwaag moet maar effentjes overwippen naar een andere kerk? Kan dat zo gemakkelijk? De kerk is toch iets waarmee je, als het goed is, vanaf je jeugd psychisch totaal mee vergroeid bent? De gemeente van Christus is toch geen duiventil?
6.
Goedemorgen ds. Hegger,
Ik moet zeggen dat het mij bijzonder goed deed dat u dit onderwerp zo aansneed. Ik was me er al niet meer van bewust dat dr. van der Zwaag nog steeds onder censuur staat. Een bijzonder tragische kwestie.
Ik ben ook lid van de gereformeerde gemeente. Maar dat dit binnen ons kerkverband gebeurt met broeders in de Heere komt mij bijzonder pijnlijk over. Vandaar ook dat ik het bijzonder waardeer dat u op deze wijze dit onderwerp aan durft te snijden.
Wat ik me wel afvroeg is of de wijze waarop, uw bewoordingen, niet ietwat hard zijn? Mogen wij medebroeders en gelovigen op deze wijze schilderen, als zijnde leden van inquisitie e.d.? Ik weet namelijk niet of dit nu wel de opbouwende broederlijke liefde is. Of komt dat juist voort uit een poging om nog met scherpe bewoordingen mensen wakker te schudden? Mogelijk is het dan wel gerechtvaardigd, maar ik probeer me dan voor te stellen wat buitenstaanders nu hiervan zullen zeggen, zien ze hier nog broederlijke liefde in? Ik weet het ook niet, het zijn zomaar wat gedachten die bij me opkwamen.
Ondanks de wat scherpe bewoordingen ben ik het van harte met u eens dat deze onderwerpen absoluut aangesneden moeten worden, diep droevig dat dit er zo binnen de Gereformeerde Gemeente aan toegaat. Laten we deze nood dan ook zeker voor de Heere voorleggen in gebed! Sterkte in uw werkzaamheden en verdere activiteiten!
HJH: voor een antwoord zie boven de briefwisseling met de predikkant van de Gereformeerde Gemeente. Ik heb inderdaad gemeend wakker te moeten schudden uit de slaap waarin veel kerkgangers liggen te dommelen. Met alleen softe taal bereik je meestal niets. Dan slaapt men rustig verder. Hartelijk dank dat u mijn rondzendbrief naar zoveel adressen hebt doorgestuurd!
7.
Geachte ds. Hegger, geliefde oudere broeder in de Heere Jezus,
De Heere zegene uw actie ten aanzien van br. Van der Zwaag. Ik hoop alleen dat we de zaak niet erger maken, omdat de broeders hun hakken in het zand gaan zetten. Enfin, ik heb ook een brief geschreven. Mijn vraag is of u even mijn brief wilt bekijken. Met name de zinsnede
“Hoedt u voor de werkwijze van Rome” Moet ik dat laten staan of
beter weghalen ? Graag uw advies. De Heere zegene u.
HJH: Laat het beslist staan. Het is immers een oud gezegde: “De paap zit in ons aller hart.”
TOT SLOT:
Als er nog meer zijn die een boodschap aan de particuliere synode oost willen doorgeven, lijkt mij het beste om dat via mij te doen: hjhegger@planet.nl. Dan stuur ik ze wel tegelijk door. Het lijkt mij dat dit effectiever is en meer indruk zal maken dan wanneer ieder afzonderlijk een boodschap stuurt. Schrijf er dan bij of ik uw naam mag noemen of dat u dat liever niet hebt. Wel moet uw mail dan morgenavond uiterlijk zeven uur (19.00 uur) binnen zijn.
In deze nieuwe extrarondzendbrief richt ds. H.J. Hegger zich, tezamen met enkele briefschrijvers, nog in een laatste appèl tot de synodeleden, voordat ze morgen gaan vergaderen over de kwestie ‘dr. K. v.d. Zwaag’. Met grote nadruk vragen wij u om de synodeleden te gedenken in uw gebeden.
Dan nog dit: naar aanleiding van onze extrarondzendbrieven hebben we enorm veel nieuwe aanmeldingen gekregen die we nog niet allemaal hebben kunnen verwerken. Zodra we daarmee klaar zijn, zullen we hen de drie extrarondzendbrieven vooralsnog toezenden. We ontvangen echter graag nieuwe aanmeldingen van nieuwe abonnees op: info@eenheid.org
LAATSTE OPROEP
Aan de leden van de particuliere synodeoost van de Gereformeerde Gemeenten, p.a. ds. C.J Meeuse, Anna Paulownalaan 3, 7316 CS Apeldoorn
Geliefde broeders in Jezus Christus,
Ongetwijfeld – ik kan mij dat heel goed indenken – raakt u enigszins geïrriteerd wanneer u een brief over de kwestie ‘broeder Klaas van der Zwaag’ krijgt van iemand die u als een buitenstaander beschouwt. Daarom lijkt het mij gewenst om eerst te antwoorden op dat bezwaar.
Ik kan mij niet als een buitenstaander in deze kwestie beschouwen omdat die, zoals ik al eerder schreef, ons als christenen allemaal aangaat. Immers de heilige Naam van Christus is ermee gemoeid. Reden: dr. Van der Zwaag is een bekende Nederlander. Daarom zal uw uitspraak straks in de media vermeld worden.
Ik ben ervan overtuigd dat ongelovige buitenstaanders het hele christendom als bespottelijk zullen voorstellen, wanneer uw besluit zou zijn: “Broeder van der Zwaag moet blijvend de toegang tot het Avondmaal geweigerd worden, omdat hij zijn boek Afwachten of verwachten? niet wil herroepen. Hij heeft namelijk, al deed hij dat in voorzichtige bewoordingen en al onderschrijft hij van harte de Drie Formulieren van Enigheid, in dat boek zijn twijfel uitgesproken over de theologische mening die wij, de kerkleiders van de Gereformeerde Gemeenten, aanhangen.”
Ook om een persoonlijke reden kan ik mij niet als een buitenstaander van de Gereformeerde Gemeenten beschouwen. Toen ik de Gereformeerde Kerk (Synodaal) verliet – ik schreef u ook dàt al – ging mijn hart uit naar de Gereformeerde Gemeenten. Maar toen ik bij nader onderzoek ontdekte dat in uw kerkverband eenzelfde soort gewetensdrang fungeert als waaronder ik vroeger in de R.-k. Kerk zozeer geleden had, zei mijn verstand: ‘Dat moet je niet doen. Je moet je niet opnieuw de ‘vrijheid der kinderen Gods’ laten ontnemen door je slaafs te onderwerpen aan wat kerkleiders je van boven af opleggen.’
En ik wist meteen met zekerheid dat ik Paulus achter mij had. Die zegt immers: “Staat dan in de vrijheid met welke Christus ons vrijgemaakt heeft en wordt niet weer met het juk der dienstbaarheid bevangen” (Gal. 5:1). NBG: “Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn heeft Christus ons vrijgemaakt. Houd dus stand en laat u niet weer een slavenjuk opleggen.”
En in 2 Kor. 3:17 zegt hij: “Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.” Omgekeerd betekent dat: ‘Waar geen vrijheid is, daar is ook de Geest niet.’
Als die blokkade op de weg naar de Gereformeerde Gemeente er niet was geweest, zou het mogelijk zijn geweest dat ik nu als afgevaardigde aanwezig zou zijn in uw vergadering (Velp waar ik woon, valt onder de regio ‘oost’).
Later ben ik op grond van het Verbondsdenken van de Bijbel lid geworden van de Ned. Hervormde Kerk. Vanwege dat Verbondsdenken kon ik niet meegaan met de nieuwe kerkscheuring. Wel ben ik lid van de Gereformeerde Bond.
Maar ook al is uw irritatie van menselijk standpunt uit bekeken heel begrijpelijk, toch verwacht ik dat u zich daar niet door zult laten leiden. Irritatie behoort immers volgens Gal. 5:20 tot ‘de werken van het vlees’. En Paulus roept ons op: “Wandelt door de Geest en volbrengt de begeerlijkheid van het vlees niet. Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander” (Gal. 5:16,17).
Hieronder laat ik nog enkele reacties volgen die vandaag bij mij binnenkwamen.
U de wijsheid en de liefde van God die in ons harten is uitgestort door de Heilige Geest (Rom. 5:5), toebiddend,
met hartelijke broedergroeten: Herman J. Hegger.
1.
Beste dominee Hegger,
Zo net heb ik op het internet uw rondzendbrief gelezen. Ik vind het heel dapper van u dat u voor Klaas van der Zwaag opkomt en hoop echt dat het iets uitwerkt. Voor mij persoonlijk was het erg schokkend om dit allemaal weer onder ogen te zien… Vooral dat stuk over de leden van de Gergem in Barneveld. Ik moet u met klem zeggen dat het gewone kerkvolk daar (op gelukkige uitzonderingen na) net zo denken als hun kerkleiders: ’Wat de dominee zegt is waar. Kom daar niet aan!’ Als ik dat bedenk is mijn bede: Vader reken het ze niet aan want ze weten niet wat ze doen.
Zelf ben ik geboren en opgegroeid in de Gergem. Ik trouwde met een hervormde jongen, hij werd ook Gergem (synodaal).
God zocht mij en vond mij: in de GerGem. Hij gebruikte de prediking van de meest zware GerGem dominee ds. P. Blok.
Het is nu 2005. Dat betekent dat het al weer vijf jaar geleden is dat wij de GerGem moesten/mochten verlaten. Hoe dat zo gekomen is? Ziehier mijn verhaal.
Na jaren getob probeerden we open te zijn over de prediking. We vertelden met schroom aan de kerkenraad dat we het moeilijk hadden met de prediking en dat er iets niet klopte aan het systeem van de rechtvaardigmaking: de vierschaarervaring en zondenvergeving. U weet het allemaal wel.
Het huisbezoek dat we daarop kregen was een verschrikking. Ze gaven ons te verstaan dat we in de Christelijk Gereformeerde kerk thuis hoorden. Er kon bij mij niets waar zijn van dat ik me een kind van God noemde want dan zou ik de prediking van de predikant niet bekritiseren. Enfin: het resultaat was dat ik beter maar niet meer aan het Heilig Avondmaal deel kon nemen. Als reden werd opgegeven: ik zou tweedracht brengen.
Ze gaven ons te kennen dat we met niemand hierover mochten spreken. Ook konden we, als we zo bleven denken, ons vijfde kindje waarvan ik zwanger was, niet laten dopen. Je bent het toch niet eens met de leer alhier… dus! Tot slot las een van de ouderlingen een stuk uit de bijbel. Maar dat was zo’n gruwelijk stuk dat ik het u niet durf te mailen.
Zo ziet u, lieve broeder, hoe uw extra rondzendbrief oud zeer omhoog haalt. Ik zou er nog véél meer over kunnen zeggen. Wat het bij je doet als je zoiets meemaakt: gevoelens van boosheid en meelij hebben toen om voorrang gevochten. En dan de pijn: het ontworteld worden… Ik schrijf het allemaal supersnel, maar het was een veel langzamer, uitgerekt traject. We hebben nog brieven bewaard; voor als de kinderen vragen krijgen…
Uit de gemeente waren er één op de vijf tot tien gezinnen die met ons meeleefden. Ik ging aan het Avondmaal, maar van de meesten kwam er geen reactie, niet negatief en niet positief.
Toen ons meisje geboren werd, waren we wanhopig, maar de kerkenraad bleef onvermurwbaar. We mochten niet meer aan het Avondmaal, dus geen doop van ons lieve kind. Men noemt dat stille censuur.
Juist in die tijd was de Heere heel dicht bij ons. Hij vertroostte mijn man, tijdens het aangeven van Moniek bij de Burgerlijke Stand, met de woorden: “Verblijdt U veel meer hierin dat uw Namen geschreven staan in het Boek des levens” (dat is even mijn eigen vertaling). En ook voor mezelf was het duidelijk dat al mòcht Moniek dan niet gedoopt worden, de Heere haar Zelf zou bevestigen en schragen. Onze God is een verassend God!!!
Onze weg en onze plaats in de GerGem werd afgesneden, maar God opende een andere weg: naar de Hervormde Kerk hier. Het mooie is dat Jaap (mijn man) hier tot ruimte gekomen is. Hij kon zich niet meer verschuilen onder de bekommerden want die bestaan in de Herv. Kerk niet.
De Heere riep hem met de woorden: ‘Kom over en help ‘ tot het ambt. Van de week was het drie jaar geleden dat hij daarvoor het ‘ja-woord’ gaf…
Zo ziet u maar dat de Heere op iets dat ontzettend naar was, een heel boeiend vervolg kan geven. Ik weet niet wat de Heere met van der Zwaag voor heeft. Hij heeft in ieder geval een prachtig boek geschreven en ik zal voor hem bidden. Soms maak je door te blijven meer stuk dan dat je weggaat. (Dit is een opmerking van mij persoonlijk, hoor).
Wat me wel opviel is dat uw manier van praten (schrijven) de GerGemmers waarschijnlijk niet zal aanspreken omdat dat in hun kring niet gewoon is. Als ik als ex-gergemmer terug ga in het huidige gergemmilieu, past mijn denk- en praatwijze (over het geloof) niet meer bij dat van hen. Er is een kloof. Het moet volgens hen ingetogener.
Toch moeten we proberen ons ook voor hen verstaanbaar te maken. We moeten immers de Jood een Jood zijn en de Gergemmer een Gergemmer. Misschien is dat een tip. Verder ben ik het met zowat alles wat u schrijft super eens. Ik hoop niet dat het tegenovergestelde bereikt wordt! Hen kennende denk ik van wèl. Zij weten niet wat zij doen.
Ik heb erg veel gehad aan uw boeken. Hebt u de moed nog om een pastorale handreiking te schrijven voor ex-gergemmers? Een brochure of zo? Er zijn er veel die de GerGem verlaten. Heel je leven gaat op z’n kop en er is niemand die naar je omkijkt. Je rouwt om die breuk, maar de meeste draaien hun hoofd voor je om: de realiteit van elke dag. Al slijt het wel na zoveel jaren. Maar God gaat door; ook in de GerGem. Zijn werk is niet te stuiten!
Gods zegen toegewenst, broeder Hegger en het heeft me ontzettend opgelucht om me eens te uiten. Aritha Vermeulen
HJH: Wat een aangrijpend verhaal! Het deed mij denken aan de hevige worstelingen en de pijn die ik daarbij onderging, voordat ik in 1948 kon besluiten om mijn ‘moederkerk’ te verlaten.
Wat betreft een eventuele uitgave van een brochure: als we daartoe overgaan is daar geld voor nodig. Als we daarvoor geld gaan vragen, moet er een stichting komen. Dat is altijd mijn beleid geweest: geld waar publiek om gevraagd wordt, moet ook publiek gecontroleerd kunnen worden, en dat kan alleen als het een stichting is. Maar voordat we daartoe zouden besluiten, moeten we eerst nog indringend aan de Heere vragen wat Zijn wil is. Wel schoot mij al een naam voor zo’n stichting te binnen: “Eén in de Lévende!”. Wat denkt u van die naam?
2.
Beste ds. Hegger,
Hieronder heb ik mijn mail
richting ds. Meeuse toegevoegd. Zoals u ziet heb ik hem ook zelf gestuurd, maar
misschien is het inderdaad beter om het ook een keer gezamenlijk te sturen zoals
u in de aanvulling aan heeft gegeven
Ik heb er helemaal geen probleem mee dat u dit doorgeeft en/of publiceert
inclusief vermelding van mijn naam.
De hoofdreden van dit mailtje is dat ik u echt wil bemoedigen. Ik ben er dankbaar voor wat er nu gebeurt, het is pijnlijk om te zien dat deze dingen weer!!! nodig zijn. Ik vraag me af of er ooit geleerd wordt van de geschiedenis.
Er staat veel geschreven in de laatste twee mailtjes dus om op alles te reageren is niet echt een optie, ik moet trouwens hoognodig gaan slapen, maar ja dit liet me niet los, dus besloot ik mijn laptop maar weer op te starten.
Ik denk zelf dat de keuze voor bewoording niet te hard is. Echt, ik had niet graag in de buurt van onze Heer Jezus Christus gestaan, toen Hij de tempel schoonveegde.
Ik ben blij dat het deze kant opgaat, hoe vervelend het misschien ook is, het moet echt gaan schudden… Nederland slaapt.
Ik wil u bemoedigen met de jongere generatie. Zelf ben ik net 27 geworden en ben ik nadat ik tot geloof ben gekomen, vrij snel actief geworden in evangelisatie en jeugdwerk.
Het is echt schitterend om te zien hoeveel jongeren tot geloof komen en keuzes durven te maken (al resulteert dit vaak in extreme problemen met ouders en helaas zijn dat vaak gezinnen vanuit de gereformeerde takken)
Deze jongeren geven niet zoveel meer om de naam die boven de kerk staat, het gaat hem om leven in Jezus Christus en puurheid.
Zeker onder reformatorische jongeren merk ik een radicaliteit, en daar ben ik zelf erg voorstander van.
Ik weet dat het in radicaliteit de verkeerde kant op kan slaan, dus moeten we om de leiding van Gods Geest blijven bidden (wat sowieso in elke situatie gedaan moet worden).
Het is pijnlijk om de negatieve dingen te zien, maar het is schitterend om te zien dat God aan het werk is... niet alleen in Nederland, maar heel West Europa begint het te schudden.
Echt een hartelijke groet en heel veel zegen.
En in ieder geval tot ooit, is het niet hier, dan is het wel aan tafel bij Jezus Christus
En dat is iets waar zo wel u als ik erg naar verlangen… tot die tijd moeten we doen wat God van ons vraagt.
Nu kruip ik echt mijn bed in, anders zit ik morgen niet op te letten….
Henk Verschoor,
Redcliffe College, Wotton House, Horton Road, Gloucester GL1 3PT, United Kingdom
henkverschoor@zonnet.nl; http://henkverschoor.atspace.com
To: 'cjmeeuse@kliksafe.nl'
Subject: Eenheid
Geachte leden van de particuliere synodeoost van de Gereformeerde Gemeenten, p.a. ds. C.J Meeuse.
Ik denk dat er al best veel ontvangen is, geschreven is en gedacht is. De reden dat ik dit mailtje stuur is vanuit een brandende passie en liefde voor de Protestantse gemeenschap
Ik ben opgegroeid in een Gereformeerde Gemeente en momenteel lid van een hervormde bondsgemeente binnen PKN.
Allereerst wil ik zeggen dat het me niet zo zeer om de naam gaat die erboven staat.
Op dit moment volg ik een studie mission/theologie in Engeland met broeders en zusters uit 24 verschillende landen
U kunt begrijpen hoeveel verschillende stromingen er dus vertegenwoordigd worden.
Ik heb hier dus o.a. te maken met stromingen vanuit Liberation Theology en ga zo maar door.
Toch is er eenheid!!!
Waarom is het zo moeilijk voor Nederlanders om te streven naar eenheid?
Ik hoop ooit nog meer te kunnen betekenen voor de gereformeerde tak van Nederland, al weet ik dat God eerst een plan voor mij heeft in Zuid Oost Azië.
De hoofdreden van dit mailtje is:
Als ik in de bijbel kijk naar de viering van het Heilig Avondmaal, zie ik zulke mooie diepe en waardevolle momenten.
Door wat ik zag tijdens mijn opgroeien was het HA een “ver van mijn bed show” geworden.
Onbereikbaar dacht ik.
Puur en gezegend, dat denk ik nu.
Maar het gaat zoveel verder dan vele kerken doen. Twee weken geleden hebben wij hier op school het HA gehouden.
Het was op een woensdagavond met enkele studenten van over de hele wereld.
We hebben gezongen, gebeden en ik heb het brood gebroken en de wijn rond gedeeld… niemand die het mij verbood en niemand die eerst gevraagd werd of ze wel de juiste dingen hadden gezegd en de juiste theologie aanhingen.
We begonnen met een moment van stille tijd waarin we God vroegen of er dingen waren die tussen ons in stonden wat zonde betreft, tussen God en tussen elkaar.
Daarna hebben we aan het lijden en sterven van onze Heer Jezus Christus gedacht en Hem gedankt voor wat Hij gedaan heeft.
Waarom mag broeder van der Zwaag niet meer deelnemen aan het avondmaal?
Ik geloof niet dat het goed is om hem van de tafel te weigeren.
Als we later in de hemel aan tafel zitten met Onze Heer, Meester en Vriend, staan er dan bordjes gereserveerd op de tafel met daarbij de verschillende kerken?
Ik wil u echt aansporen om dit voor God te brengen en echt vergeving te vragen voor deze stap.
Vergeving vragen heeft niets met gezicht verlies te maken of zo. Laten we gericht blijven op Jezus Christus en streven naar eenheid.
Ik ben al een hele lange tijd aan het nadenken over eenheid. En daarom wil ik het volgende nog even zeggen.
De wereld kan eenheid bereiken als een groep mensen dezelfde kant opkijken, dat is niet zo moeilijk. Jezus vraagt ons één te zijn in Hem.
Bedenk eens wat voor getuigenis er vanuit gaat als Christenen met enorm verschillende gedachten toch één in Christus zijn!!
Al staan de neuzen volledig de andere kant op, toch eenheid in Jezus Christus. Dan is het niet erg dat er zoveel kerken zijn, dan kan God geprezen worden voor de diversiteit die er is in Zijn schepping.
Ik hoop en bid dat het echt tot een eerlijke en gezegende oplossing komt want ik denk dat er door ons toedoen al genoeg scheuren gekomen zijn in het lichaam van Christus.
Gods zegen en liefde toegebeden.
Henk Verschoor
Redcliffe College, Wotton House, Horton Road, Gloucester GL1 3PT, United Kingdom
henkverschoor@zonnet.nl. http://henkverschoor.atspace.com
HJH: Ik werd erg bemoedigd door dit verhaal hoe de Here werkt onder jonge mensen. En ik ben overtuigd dat dit bij u, lezer(es), ook het geval zal zijn.
3.
Geliefde ds. Hegger,
Uw bestraffingen zijn mij lief! Een vriend durf, ja moet! Zijn vrienden bestraffen.
Het komt voort uit echte liefde.
Enkele woorden uit Gods woord over bestraffing. Gods zegen,
D. ten Napel, Pyramideweg 5 Urk
Job 20:3 Ik heb aangehoord een bestraffing, die mij schande aandoet; maar de geest zal uit mijn verstand voor mij antwoorden.
Spr 1:23 Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken.
Spr 1:25 En gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt;
Spr 5:12 En zegt: Hoe heb ik de tucht gehaat, en mijn hart de bestraffing versmaad!
Spr 10:17 Het pad tot het leven is desgenen die de tucht bewaart; maar die de bestraffing verlaat, doet dwalen.
Spr 12:1 Wie de tucht liefheeft, die heeft de wetenschap lief; maar wie de bestraffing haat, is onvernuftig.
Spr 13:1 Een wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet.
Spr 13:18 Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden.
Spr 15:5 Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.
Spr 15:10 De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.
Spr 15:31 Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten.
Spr 15:32 Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand.
Spr 17:10 De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderdmaal te slaan.
Spr 27:5 Openbare bestraffing is beter dan verborgene liefde.
Spr 29:15 De roede, en de bestraffing geeft wijsheid; maar een kind, dat aan zich zelf gelaten is, beschaamt zijn moeder.
Hab 2:1 Ik stond op mijn wacht, en ik stelde mij op de sterkte, en ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou, en wat ik antwoorden zou op mijn bestraffing.
2Co 2:6 Den zodanige is deze bestraffing genoeg, die van velen geschied is.
2Pe 2:16 Maar hij heeft de bestraffing zijner ongerechtigheid gehad; want het jukdragende stomme dier, sprekende met mensenstem, heeft des profeten dwaasheid verhinderd.
HJH: Toch – en daar bent u het ongetwijfeld mee eens – blijft het erg pijnlijk en kun je er als een berg tegen opzien, wanneer je meent dat de Heere je roept om afdwalenden, vooral als het kerkleiders zijn, terug te roepen naar de gehoorzaamheid aan Gods Woord alleen. We hebben allemaal moeite met het Sola Scriptura.
4.
Lieve Broeder in de Heere,
Veel dank en waardering dat u in de bres spring voor onze medebroeder Klaas.
De toon van de brief doet me denken aan Mozes die van de berg Sinaï kwam en zag dat het volk rond het gouden kalf danste. Daar zeg ik dus niks over, want ik deel de verontwaardiging helemaal met u.
Ik heb reeds een persoonlijke email gestuurd naar Ds Meeuse. Ik zal hem vanavond u toezenden, zodat hij alsnog mee kan met de rest.
Laten we vooral het gebed niet vergeten voor dit kerkverband waar ook mijn vrouw en kinderen nog deel van uitmaken.
Met vriendelijke groet en zegen, Jaap van Gent, Rhenen
5.
Beste broeder Hegger,
Tot op de dag vandaag heb ik het boek van de Zwaag niet gelezen, dus een goede
mening vormen daarover kan ik dan ook niet.
Echter wat ik wel kan zeggen dat onze ds. Schreuder de laatste tijd bijzonder goed is.
En de afgelopen zondag heeft hij Rom 15 behandeld wat gaat over de zwakken en de sterken in de gemeente. En het elkaar accepteren en verdragen. En dat we allemaal verschillende stenen in Gods gebouw zijn. De zwakken mogen niet oordelen over de sterken en de sterken moeten niet de zwakken minachten.
Van harte hoop ik dan ook dat a.s. donderdag zijn eigen gesproken woord voor hem ook waarheid mag zijn. Tenslotte zijn dominees ook maar mensen. Die ook graag hun positie veilig stellen; een neiging die bij ons allemaal aanwezig is. Ik hoop dat er naar Gods wijsheid gehandeld wordt. Laten we met z’n allen in de eerste plaats voor hen bidden of God hun liefde en bewogenheid in het hart geeft.
En was het niet Jozua die tegen Mozes zei:’E zijn er die profeteren, verbied het hun.’ En dan zegt Mozes: ‘Och, dat alle mensen profeten waren!’ Dus ondanks Jozua's onwijze gedrag heeft God hem toch willen gebruiken om leider te worden.
Tenslotte las ik van de week in Nehemia 9:17 het volgende: “Zij hebben geweigerd te horen en niet gedacht aan Uw wonderen die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard en in hun wederspannigheid een hoofd gesteld om weder te keren tot hun dienstbaarheid. Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten.”
Dat vers heeft in deeerste plaats mij deze week bijzonder vertroost. Ik ben ook zo'n wederspannige en ik vergeet ook zo vaak Gods grote daden. Maar wat een wonder! Bij God is vergeving, omdat Hij gevreesd wordt. Ik hoop dat God ook zo naar onze gemeenten wil omzien, niet om ons maar om Zijn Grote Naams wil.
En ik mag wel zeggen dat God de woorden waar maakt: ‘Op uw geschrei doe Ik grote wonderen.’
Hoewel ik het lang niet altijd eens ben met de manier van handelen in onze gemeente, is het toch ook de gemeente waar ik zo vaak goed voedsel onder de preek mag ontvangen. Het is ondanks alles, en ik weet waar ik het over heb, toch de gemeente die mij lief is.
Met vriendelijke groet Jolanda Nijzink.
HJH: 1. Ik ben erg blij met die woorden van ds. Schreuder. 2. Ook ik heb de Gereformeerde Gemeenten van harte lief.
6.
Geachte ds. Hegger,
Deze reactie is aan u, maar mag
eventueel worden doorgestuurd naar de particuliere synode oost en anderen. We
proberen onze eigen gevoelens te verwoorden en schrijven voor onszelf, maar
weten dat er in onze jonge kennissenkring (dertigers), binnen onze plaatselijke
gereformeerde gemeente in Zeeland, veel anderen zijn die met soortgelijke dingen
tobben.
Via via kreeg ik uw extra rondzendbrief en de reacties daarop onder ogen. We
hopen van harte dat een en ander de particuliere synode oost tot nadenken zal
stemmen. Wij zijn hierin echter niet hoopvol. De recente geschiedenis leert dat
er binnen de Gereformeerde Gemeente zeer krampachtig met kritiek (van welke aard
dan ook) wordt omgegaan. Dikwijls wordt er inhoudelijk zelfs nauwelijks op
gereageerd, wat ook blijkt uit de reactie van de predikant op uw rondzendbrief.
We kunnen u wel meedelen dat, los van deze affaire, wij ons grote zorgen maken om de ontwikkelingen binnen ons kerkverband. Tien jaar geleden zijn we belijdend lid geworden, maar soms bekruipt ons de vraag of dat een goede keuze is geweest. Of zijn er in vergelijking met toen dingen veranderd?
Eerlijk gezegd: we vragen ons wel eens af: horen we hier wel bij, mag dit wel in bijbels licht? Maar ook wij zijn psychisch met onze kerk vergroeid en zien op tegen de beslommeringen van een overgang. Wij vinden dat niet, zoals onze eigen predikant dat vanaf de preekstoel schamper placht te noemen: "de makkelijke weg".
Aan de andere kant hebben we de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van twee jonge kinderen en dan vragen we ons wel af of we ze in dit klimaat en onder deze prediking op kunnen laten groeien. Dit is een zaak van gebed en worsteling.
Eerlijkheidshalve voegen we er aan toe dat we binnen onze stedelijke gemeente ook niet direct een goed alternatief vinden; we zijn dus nog lid van de GerGem bij gebrek aan beter! Tekenend is wel dat we deze gevoelens niet naar voren durven brengen binnen onze eigen kerkenraad en bij onze eigen dominee, omdat we aanvoelen dat het begrip dan op zijn zachtst gezegd minimaal zal zijn.
Terwijl ik nu typ dat ik mijn naam niet zal vermelden, bedenk ik dat ik me voel zoals een ketter die stiekem in de bijbel leest of sluipend op weg is naar een hagenpreek. De geschiedenis lijkt zich te herhalen. Een kerk, overtuigd van eigen gelijk, niet vatbaar voor bijbelse argumenten, kan geen zegen verwachten. Dat er ook in deze tijd moed en vrijmoedigheid gevonden mag worden om uit te komen voor de eer en de Naam van de grote Koning!
God, ontferm U!
Met hartelijke groeten, sterkte toegebeden, een vreesachtig lid van de
Gereformeerde Gemeente.
PS. God is een God van wonderen. Dat het vertrouwen daarin veel mag leven, want
dan is er persoonlijke toekomst en kerkelijke toekomst!
HJH: Ik heb alle begrip voor uw standpunt. Jullie hebben een gezin met jonge kinderen en daar moet je rekening mee houden. Als alleenstaande zul je veel eerder kunnen en moeten getuigen met naam en toenaam.
7.
Beste broeder Herman,
Ontzettend fijn om te zien dat u met heel uw hart betrokken bent bij onze broeder Klaas van der Zwaag. Ik hoop van harte dat er veel reacties komen. U mag m'n naam erbij zetten.
Liefdevolle zustergroet, Marja van der Meeren
8.
Beste dominee Hegger,
Wilt u onze naam er ook bij nemen?
Ik zou graag nog meer zeggen maar het eten moet om half zeven op tafel staan!!
Marinus en Arja de Vries- Bogaard, Benedenheulseweg 31, Stolwijk
10.
Geliefde broeder ds. H.J. Hegger,
We zijn blij met uw reactie en handelen, en zijn het van harte met u eens! We kunnen en mogen nooit, wat dan ook boven of gelijk stellen aan Gods woord! Wat een wonder dat u op uw leeftijd nog zo fris/helder/sterk en bovenal gezegend bent dat u dit nog kunt doen!!
We zouden ook graag een brief aan de synode sturen, maar vinden dat moeilijk om dat even in elkaar te zetten, daarom vragen we u : Als er een algemene brief wordt gestuurd, dan mag u gerust onze naam erbij zetten.
We hopen en bidden dat er echte verootmoediging zal komen want alleen dat zal zegen brengen! We bidden en leven in dit alles mee. We wensen u in alles Gods zegen,
Groeten Willem-Jan & Martine Leeuwestein, Hooikade 3, 3311 CD Dordrecht.
Helemaal aan het slot,
maar met de kleinste letter, omdat sommigen totaal geen gevoel voor humor hebben: Ik had door een vergissing de y bij synodeleden weggelaten. Ik ontdekte dat er daardoor stond: snodeleden, een duidelijke Freudiaanse Fehlleistung! Inderdaad, synodeleden moeten ervoor zorgen dat ze geen snode leden worden.