Hoofdcommentaar Ned. Dagblad, 19 november 2005

  

Genade

 

commentaar door Koert van Bekkum

Deze week besloot een particuliere synode van de Gereformeerde Gemeenten na een lange procedure, dat de kerkenraad van dr. Klaas van der Zwaag hem terecht de toegang tot het avondmaal onthoudt.

Aanleiding daarvoor was diens boek Afwachten of verwachten (2003), waarmee Van der Zwaag volgens zijn kerkenraad onrust sticht, het kerkelijk gezag miskent en de goede naam van anderen heeft geschaad door hun mening niet juist weer te geven.

 

Dit besluit is een bittere pil voor Van der Zwaag persoonlijk. Maar wat het nieuws ook breder van belang maakt, is dat hij met zijn boek deelnemer was in een sterk gepolariseerde discussie.

 

Vanaf eind jaren negentig werden in publicaties van onder anderen de Delftse hoogleraar dr. ir. J. Blaauwendraad en ds. C. Harinck grote vraagtekens gezet bij de prediking in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. De preek gaat op in een schets van de stadia waarlangs de mens tot Christus komt en schieten te kort in het appèl op geloof en bekering, zo heette het. Met zijn vuistdikke boek wilde Van der Zwaag dit debat dienen in een brede beschrijving van het gereformeerde landschap van het aanbod van genade in de prediking.

 

Zelfs dit gematigde streven is nu stukgelopen op het kerkelijke kader en de conserverende kracht van de reformatorische zuil. Als Van der Zwaag het hierbij laat en naar een andere kerk overstapt - en daar ziet het naar uit - zijn met het besluit de grenzen van de discussie formeel vastgelegd.

 

Daarmee is het debat over het aanbod van genade een nieuwe fase ingegaan. De tijd van signaleren, studie en confrontatie is voorbij. Vanaf nu zal het vooral gaan om ontmoeting en informeel gesprek, zowel intern als in het contact met gelovigen buiten eigen kring.

 

Feit is namelijk dat de richting die Van der Zwaag wees, nog steeds breed in de Gereformeerde Gemeenten aanwezig is. Niet alleen op jongerenavonden, maar ook in plaatselijke gemeenten en onder predikanten klinkt een roep om een niet-lichtvaardige, maar onbekrompen nodiging tot het heil van Christus.

 

Voor niet-reformatorische christenen kan de kwestie die nu naar een einde snelt, een ver-van-mijn-bed-show lijken. Toch is dat een vergissing. De bevindelijke nadruk op zondebesef is een wezenlijk element van het christelijk geloof. Bovendien heeft vrijwel elke christen in zijn of haar omgeving te maken met vormen van systematisering van het heil die het geloofsleven doodslaan, de eigen weg van de Geest met mensen geen ruimte laat en resulteren in sociale uitsluiting. Is het niet in het denken over de toeleidende weg dan wel over thema's als het verbond, heiliging of opwekking.

 

Gods genade is geweldig. Het is Christus alléén. Maar daar echt bij leven is moeilijk voor iedereen. Het zou al veel helpen als het veelvuldig gevoerde gesprek over de vraag of geloof nu echt is of niet, in dat besef plaatsvindt.